In juni 2021 hebben sociale partners in het SER-advies ‘Zekerheid voor mensen, een wendbare economie en herstel van de samenleving’ (zogenoemde ‘MLT-advies’) geadviseerd welke arbeidsmarkthervormingen voor de middellange termijn nodig zijn om te zorgen voor zekerheid van werk en inkomen en het toekomstig verdienvermogen van de Nederlandse economie.
Kijk verder voor het SER-advies 'Zekerheid voor mensen, een wenbare economie en herstel van de samenleving'
Samen met het kabinet werken sociale partners aan de verdere uitwerking van dit pakket en op 3 april 2023 heeft het kabinet de brief Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket gepresenteerd waarin een update wordt gegeven over de stand van zaken met de uitwerking van de verschillende trajecten. De plannen wordt toegelicht aan de hand van een zestal ambities.
1. Werkenden en werkgevenden geven hun arbeidsrelatie binnen de wettelijke kaders vorm op basis van de aard en inrichting van het werk en persoonlijke voorkeuren.
Sociale partners werken plannen uit om te zorgen dat de aard of inrichting van het werk leidend zijn bij de keuze voor het contract. Het is onwenselijk als een contractvorm wordt gekozen die niet past bij de aard van het werk, maar slechts voordelen biedt op het gebied van fiscaliteit of sociale zekerheid. Afgesproken is dat structureel werk moet plaatsvinden binnen duurzame arbeidsrelaties. Binnen de Stichting van de Arbeid worden gesprekken gevoerd om te zorgen dat deze ambities op een effectieve wijze vertaald worden in wetgeving.
In de Voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n) uit december 2022 schetst het kabinet ook welke stappen gezet gaan worden om te zorgen dat schijnzelfstandigheid wordt tegengegaan. Als een arbeidsverhouding zo is ingericht dat sprake is van werken onder gezag ‘in dienst van’ dan hoort daar een arbeidsovereenkomst bij. Het kabinet zal hiertoe het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) indienen bij het parlement.
Ook wordt er gewerkt aan een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen op basis van het advies van de Stichting Keuze voor Zekerheid uit 2020. Het wetsvoorstel Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ) is in juni 2024 gepresenteerd. Ook heeft de Stichting van de Arbeid in 2024 in geadviseerd over de mogelijkheden voor zelfstandigen om pensioen op te bouwen, uit te breiden.
2. Werkenden in flexibele contracten krijgen meer zekerheid.
Waar flexibele contracten in sommige gevallen noodzakelijk zijn voor de wendbaarheid van bedrijven, betekent het ook dat werkenden hierdoor meer risico’s lopen en een minder sterke positie hebben op de arbeidsmarkt. Daarom zijn afspraken gemaakt over verdere regulering van de verschillende type flexibele contracten. Werkenden met een oproepcontract moeten uit kunnen gaan van een hogere mate van inkomens- en roosterzekerheid. Werkenden via een uitzendbureau krijgen sneller een contract met meer zekerheid. En tijdelijk werk moet ook tijdelijk worden ingezet, door de huidige onderbrekingstermijn die geldt voor ketens van tijdelijke contracten (6 maanden) te laten vervallen en te vervangen door een administratieve vervaltermijn. Het kabinet zal hiertoe het wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers indienen bij het parlement.
3. De verplichtingen van kleinere ondernemingen voor langdurig zieken worden teruggedrongen.
Sociale partners hebben afspraken gemaakt met het kabinet om werkgevers eerder duidelijkheid te geven over de re-integratie van langdurig zieke werknemers. Bij langdurige ziekte is de inzet primair gericht op herstel en terugkeer van de werknemer. Met het kabinet is afgesproken dat extra inspanningen en investeringen nodig zijn om de re-integratie te verbeteren. Maar vooral kleine en middelgrote ondernemingen zijn minder wendbaar als één van de werknemers onverhoopt langdurig ziek wordt. Deze werkgevers kunnen nu lang in onzekerheid blijven of en wanneer een zieke werknemer terugkeert, waardoor het lastig is een vervanger in (vaste) dienst te nemen. Daarom wordt er gewerkt aan een voorstel om de onzekerheid bij kleinere werkgevers te verminderen.
4. Bedrijven kunnen bij calamiteiten en crises hun werknemers aan zich blijven binden.
De Covid-19-pandemie heeft laten zien dat een crisis ervoor kan zorgen dat er plotseling veel minder werk is in een sector en dat het onwenselijk is als bedrijven failliet zouden gaan als gevolg van een calamiteit of een crisis die niet tot het ondernemersrisico behoort, maar een externe oorzaak kent. Sociale partners vinden het belangrijk dat bedrijven in die gevallen niet failliet gaan en werknemers gedurende een dergelijke crisis hun baan kunnen behouden. Daarom komt er een Crisisregeling Personeelsbehoud waar werkgevers aanspraak op kunnen maken als zij ten minste 20% minder werk hebben over de gehele onderneming. Werkgevers krijgen de mogelijkheid om werknemers tijdelijk in een andere functie of op een andere locatie te laten werken, of om werknemers tijdelijk minder te laten werken. Voor de uren dat er minder gewerkt wordt, kan gebruik gemaakt worden van een tegemoetkoming. De Wet personeelsbehoud bij crisis (Wpc) is hiervoor in voorbereiding.
5. Schijnzelfstandigheid wordt verminderd.
Naast bovengenoemde maatregelen om de beoordeling van arbeidsrelaties verder te verduidelijken, hebben sociale partners voorgesteld om te gaan werken met een ‘civielrechtelijk rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst’, gekoppeld aan een uurtarief. Daarmee wordt de positie van werkenden met een zwakkere onderhandelingspositie versterkt. Ook voeren sociale partners gesprekken met de Belastingdienst om te zorgen dat de handhaving op schijnzelfstandigheid op korte termijn wordt verbeterd en versterkt.
6. Een leven lang ontwikkelen en van-werk-naar-werk worden gestimuleerd.
Sociale partners werken mee aan een toekomstbestendige arbeidsmarkt waarin een lerende houding van werkenden, werkzoekenden en werkgevers wordt gestimuleerd. Een leven lang ontwikkelen draagt hieraan bij doordat het duurzame inzetbaarheid versterkt, werkloosheid door veroudering van kennis en vaardigheden voorkomt, doorgroeien in de loopbaan stimuleert, en meer voldoening en werkplezier kan geven. Sociale partners denken daarbij ook mee naar een efficiënte inzet van overheidsregelingen.