Op 5 juni 2019 is een principeakkoord over vernieuwing van het pensioenstelsel (Pensioenakkoord) gesloten tussen het kabinet, werkgevers- en werknemersorganisaties. Onderdeel van dit akkoord betreft een verzekeringsplicht voor zelfstandigen tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico.
Voorstel voor aov zelfstandigen gereed
Op 3 maart 2020 heeft de Stichting van de Arbeid haar voorstel voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen overhandigd aan minister Koolmees van SZW. In het voorstel ‘Keuze voor Zekerheid’ bepleit de Stichting dat alle zelfstandigen zonder personeel onder deze nieuwe verzekeringsplicht zouden moeten vallen. Vanwege de grote diversiteit binnen de groep zelfstandigen worden keuzemogelijkheden ingebouwd waardoor zelfstandigen zelf kunnen kiezen welke wachttijd wenselijk is en ook gekozen kan worden om de verzekering via een private verzekeraar te organiseren in plaats van via de publieke verzekering.
Hier kunt u het gehele voorstel lezen. Daarnaast is er ook een nieuwsbericht en een uitleg in beelden (infographic). In een oogopslag wordt duidelijk waar het voorstel exact over gaat en wat het betekent in de praktijk.
Hier leest u meer over de achtergronden over de totstandkoming van het voorstel.
Hoe is dit voorstel tot stand gekomen
Het advies is opgesteld door een werkgroep van vertegenwoordigers van de organisaties die verenigd zijn in de Stichting van de Arbeid: werkgevers (VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO) en werknemers (FNV, CNV en VCP). Voor dit specifieke voorstel is de werkgroep aangevuld met organisaties die zelfstandigen vertegenwoordigen: FNV Zelfstandigen en Platform Zelfstandige Ondernemers.
Daarnaast heeft de werkgroep gesproken met zelfstandigenorganisaties en met broodfondsen, en zijn er twee brede bijeenkomsten gehouden om informatie op te halen en te luisteren naar de ervaringen van verschillende organisaties.
Wat is de stand van zaken van dit voorstel?
Op 3 april 2023 heeft minister Van Gennip de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van een breed arbeidsmarktpakket waar de AOV voor zelfstandigen onderdeel van uitmaakt. Hier is met sociale partners uitgebreid over gesproken, maar er wordt op enkele onderdelen afgeweken van het advies van de Stichting van de Arbeid vanwege problemen in de uitvoering. Hieronder volgt een kort overzicht van de belangrijkste onderdelen en wat daarin nu door het kabinet wordt voorgesteld:
- Voor welke zelfstandigen gaat de verzekering gelden?
De Stichting heeft voorgesteld om alleen zelfstandigen zonder personeel onder de verzekeringsplicht te laten vallen, maar dit onderscheid is door de uitvoering niet te maken. Daarom kiest het kabinet ervoor om alle IB-ondernemers (met en zonder personeel) en meewerkend echtgenoten hieronder te laten vallen. Directeur-grootaandeelhouders en ‘resultaatgenieters’ (zzp’ers die hun inkomen opgeven als ‘resultaat uit overig werk’) vallen niet onder de verzekeringsplicht.
- Hoe groot is het verzekerd inkomen?
Hierin wordt niet afgeweken van het Stichtingsvoorstel. Er wordt een verzekering ingevoerd die 70% van het laatst verdiende inkomen uitkeert, tot aan de grens van het minimumloon. Dat betekent ook dat over het inkomen boven 143% van het WML (op dit moment circa €35.000 bruto) geen premie meer wordt betaald. Hiermee blijft de verzekering betaalbaar. Het is ook mogelijk om een hoger bedrag te verzekeren (zie hieronder bij de vraag over opt-out).
- Hoe lang is de wachttijd voor de verzekering?
Het gaat om een verzekering voor langdurige arbeidsongeschiktheid en dat betekent dat elke zelfstandige een uitkering krijgt vanaf het moment dat de zelfstandige langer dan 12 maanden arbeidsongeschikt is. In het Stichtingsvoorstel is voorgesteld om deze wachttijd flexibel te maken en dat de zelfstandige kan kiezen uit 6, 12 of 24 maanden (hoe langer de wachttijd, hoe lager de premie). Dit blijkt in de uitvoering niet mogelijk te zijn, daarom kiest het kabinet voor een wachttijd van 12 maanden.
- Kunnen zelfstandigen zich ook aanvullend verzekeren?
Hierin wordt niet afgeweken van het Stichtingsvoorstel. Zelfstandigen die nu al een goede verzekering hebben, hoeven niet daarnaast een publieke verzekering te nemen. Ook is het onwenselijk dat mensen een publieke basisverzekering moeten combineren met een aanvullende private verzekering. Daarom is afgesproken dat zelfstandigen een ‘opt-out’ kunnen kiezen, waarin ze enkel een private verzekering hebben en geen publieke verzekering. Dit geldt alleen voor private verzekeringen die uitgebreider zijn dan de publieke basisverzekering. Het voorstel van de Stichting voor een Onderling Waarborgfonds acht het kabinet niet uitvoerbaar, maar wel wordt er nog gezocht naar alternatieven om de toegankelijkheid van de bovenwettelijke aanvullingen te verbeteren.
- Komt er een uitzondering voor de agrarische sector?
In het Pensioenakkoord is aangegeven dat er onderzocht moet worden of de agrarische sector uitgezonderd moet worden, aangezien veel zelfstandigen in die sector alternatieve, beter passende arrangementen hebben om dit risico af te dekken. De Stichting heeft geadviseerd dat het mogelijk is om de agrarische sector uit te sluiten, maar dat het een politieke keus is of dat wenselijk is. Het kabinet kiest nu niet voor een uitzondering, omdat die de uitvoering van de verzekering compliceert en ook zelfstandigen in die sector niet altijd kunnen terugvallen op een voorziening bij arbeidsongeschiktheid.
Lees ook de nieuwsberichten: