Hovenier aan het werk

Arbocatalogus

De Stichting van de Arbeid stimuleert sectoren en branches om een arbocatalogus op te stellen waarin maatregelen staan ter voorkoming of beperking van arbeidsrisico’s.

Wat is een arbocatalogus

In de Arbowet (2007) staat aan welke doelvoorschriften bedrijven moeten voldoen om veilig en gezond te werken. Bedrijven bepalen zelf met welke middelen en maatregelen zij invulling geven aan die voorschriften. Om bedrijven hierbij behulpzaam te zijn, kunnen sectoren/branches een arbocatalogus opstellen. Dit is een document waarin werkgevers- en werknemersorganisaties gezamenlijk op sector- of brancheniveau vastleggen met welke arbeidsrisico’s de sector/branche te maken heeft en welke oplossingen kunnen worden toegepast om die risico’s te voorkomen of te beperken. Bedrijven in de betreffende sector maken hiervan gebruik bij het bepalen van het arbobeleid in hun organisatie, bijvoorbeeld bij het opstellen van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) met bijbehorend plan van aanpak. Een arbocatalogus wordt ter toetsing voorgelegd aan de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA). Een arbocatalogus die met positief resultaat getoetst is, vormt het uitgangspunt voor het toezicht en de handhaving door de NLA. Als bedrijven de oplossingen in de arbocatalogus op de goede manier gebruiken voor een mogelijk gevaarlijke situatie, accepteert de inspecteur dat als voldoende.

Op het SER Arboplatform is praktische informatie te vinden voor het opstellen van een arbocatalogus, waaronder handreikingen over specifieke arbo-onderwerpen.

Publicatie nieuwe Beleidsregel arbocatalogi 2019

De procedure rond het opstellen, toetsen en hanteren van arbocatalogi bij bedrijfsinspecties heeft de NLA vastgelegd in een beleidsregel. Omdat deze procedure op een aantal onderdelen aan herziening toe was, is met ingang van 14 juni 2019 de oude Beleidsregel arbocatalogi 2010 vervangen door de Beleidsregel arbocatalogi 2019. Deze nieuwe Beleidsregel, die tot stand gekomen is in nauw overleg met de Stichting van de Arbeid, is d.d. 13 juni 2019 gepubliceerd in de Staatscourant.

De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • In de arbocatalogus dient bij iedere maatregel expliciet te worden vermeld van welk arborisico deze een invulling is. 
  • De geldigheidstermijn van een positieve toetsing is zes jaar. 
  • In de toetsingsbrief geeft de NLA inzicht in de wijze waarop zij toetst en wat de status is van een positief getoetste arbocatalogus bij bedrijfsinspecties.

Op het Arboportaal leest u wat deze wijzigingen precies inhouden.

Status van de arbocatalogus

Het maken van een arbocatalogus is niet verplicht. De arbocatalogus is een vrijwillige overeenkomst tussen de sociale partners. Maar als er eenmaal een arbocatalogus is opgesteld en getoetst door de NLA, dan is het geen vrijblijvend instrument. Sociale partners hebben immers hun steun uitgesproken voor de totstandkoming van arbocatalogi. De overheid c.q. NLA verwacht dan ook dat sociale partners het gebruik van de arbocatalogus uitdragen naar individuele bedrijven zodat deze daadwerkelijk op de werkvloer gebruikt wordt.
Eenmaal getoetst door de NLA is de arbocatalogus normstellend voor de handhaving van de arboregelgeving door de inspectie. Een werkgever die de maatregelen uit de arbocatalogus niet heeft doorgevoerd, moet kunnen aantonen dat hij minimaal hetzelfde beschermingsniveau realiseert als in de arbocatalogus staat beschreven.

Voor een arbocatalogus wordt een sectorbrede analyse van de risico’s gemaakt. Op grond daarvan worden sectorspecifieke maatregelen beschreven. Bedrijven in die sector kunnen daar gebruik van maken bij het opstellen van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). In een RI&E zijn alle voorkomende risico’s van de onderneming beschreven en geanalyseerd. In het plan van aanpak (PvA) staat vervolgens beschreven welke maatregelen worden getroffen om die risico’s te beheersen Elke werkgever heeft de wettelijke verplichting een RI&E op te stellen, waar een PvA deel van uitmaakt. 

Nederlandse Arbeidsinspectie en de arbocatalogus

De NLA zal de getoetste arbocatalogus gebruiken als referentiekader bij haar inspecties. Dat betekent dat onderzocht wordt of de maatregelen uit de arbocatalogus zijn doorgevoerd in de betreffende ondernemingen uit die sector. Als dit niet het geval is, ligt de bewijslast bij de werkgever om aan te tonen dat hij met andere maatregelen (minimaal!) hetzelfde beschermingsniveau realiseert.
De Inspectie kan, rekening houdend met de risico’s in een specifieke sector, besluiten een sector/branche zonder arbocatalogus intensiever te bezoeken dan een sector/branche die wel een arbocatalogus heeft. Sectoren met een arbocatalogus zullen over het algemeen minder inspectiedruk hebben dan de sectoren zonder arbocatalogus.