Ouderdomspensioen


Het ouderdomspensioen is een aanvulling op de AOW en wordt daarom ook wel aanvullend of tweede pijler-pensioen genoemd. Voor dit pensioen wordt tijdens het werkzame leven premie betaald. In Nederland bouwt ongeveer 90% van de werknemers een ouderdomspensioen op.

Uitgesteld loon

Het aanvullend pensioen is een secundaire arbeidsvoorwaarde. Het is uitgesteld loon dat door werknemers tijdens hun werkzame leven wordt opgebouwd. Het ouderdomspensioen vormt de kern van de pensioenregeling. De premie wordt samen door de werknemer en de werkgever betaald en afgedragen aan een pensioenfonds of een verzekeraar. Met het opgebouwde kapitaal wordt bij pensionering een levenslange uitkering verstrekt.

Verschillende vormen

Tot uiterlijk 1 januari 2028 zijn er drie typen pensioenregelingen te onderscheiden.

  • Een uitkeringsovereenkomst is een pensioenregeling waarbij afspraken worden gemaakt over de hoogte van de pensioenuitkering. Dit wordt ook wel defined benefit of DB-regeling genoemd. Deze uitkering kan gebaseerd zijn op het gemiddeld verdiende salaris: de middelloonregeling. Ook kan die gebaseerd zijn op het laatst verdiende salaris: de eindloonregeling. De eindloonregeling komt nauwelijks meer voor in Nederland.
  • Bij een premieovereenkomst worden afspraken gemaakt over de premie die ingelegd wordt. Dit heet ook wel beschikbare premieregeling, defined contribution of DC-regeling. Omdat de premie wordt belegd, staat tijdens de opbouw de uitkering nog niet vast. Vlak voor de pensioendatum kan voor een vaste uitkering of een variabele uitkering worden gekozen. Bij een vaste uitkering is er zekerheid over het bedrag van de pensioenuitkering. Bij een variabele uitkering loopt de belegging door en varieert de uitkering afhankelijk van de beleggingsopbrengsten.
  • Een weinig voorkomende vorm in Nederland is de kapitaalovereenkomst. Hierbij worden afspraken gemaakt over de hoogte van het kapitaal waarmee een pensioenuitkering aangekocht wordt op pensioendatum.

Nieuwe pensioenwet

Uiterlijk 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen zijn aangepast aan de nieuwe Wet toekomst pensioenen. Dat betekent dat dan alle pensioenregelingen gebaseerd zijn op een premieovereenkomst. Alleen de pensioenen die tot het moment dat de nieuwe pensioenregeling ingaat, zijn opgebouwd, kunnen dan nog in de vorm van een uitkeringsovereenkomst of kapitaalovereenkomst blijven bestaan. Dit is het geval als ze niet worden overgedragen naar de nieuwe pensioenregeling (‘invaren’). De nieuwe op te bouwen pensioenrechten zijn vanaf dat moment echter wel gebaseerd op een premieovereenkomst.

De nieuwe pensioenwet kent daarbij in beginsel twee verschillende vormen van premieovereenkomsten, namelijk de solidaire premieregeling en de flexibele premieregeling. Beide type regelingen kennen een leeftijdsonafhankelijke premie.

Bij de solidaire premieregeling worden de opgebrachte premies collectief belegd en er wordt periodiek (minimaal een keer in de vijf jaar) getoetst of de premie voldoende is om de beoogde pensioendoelstelling te behalen. Omdat bij de solidaire premieregeling de risico’s gezamenlijk (actieve deelnemers, slapers en pensioengerechtigden) worden gedragen, is de pensioenuitkering in beginsel variabel. Om eventuele financiële mee- en tegenvallers op te vangen is er een solidariteitsreserve van maximaal 15% van het totale fondsvermogen mogelijk.

Bij de flexibele premieregeling wordt de premie niet collectief maar individueel belegd. Op pensioendatum kan het opgebouwde pensioenkapitaal worden omgezet in een vaste of variabele uitkering tegen de op dat moment geldende rekenregels.

Er is ook nog een derde vorm van een premieovereenkomst mogelijk, namelijk de premie-uitkeringsovereenkomst, die alleen door verzekeraars worden uitgevoerd. Een deelnemer kan daarbij 15 jaar voor het bereiken van de AOW-leeftijd verzoeken het reeds opgebouwde beleggingskapitaal en eventueel toekomstige premies om te zetten naar een vastgestelde uitkering. De toekomstige pensioenen worden hierdoor gegarandeerd op basis van een nominale garantie.

Rol van de Stichting van de Arbeid

Omdat het pensioen een zeer belangrijke arbeidsvoorwaarde is, is de Stichting van de Arbeid hier actief mee bezig. Dit doet zij door de overheid te adviseren, onderling akkoorden te sluiten en cao-partijen te adviseren.